Milton duikt nog even snel het stationstoilet van Zwolle in voordat we van start gaan met ons wandelrondje Zwolle – Hattem. Het is zondagochtend en we worden verwelkomd door een grijze lucht en koude wind als we de stationstunnel uitlopen.
De eerste kilometer, achter het station, heb ik al eerder gelopen. Het was toen de laatste kilometer van mijn wandelavontuur waarbij ik liep van Hasselt naar Zwolle. Het wandelverslag van die etappe, vind je hier.
Het rondje Zwolle-Hattem is ook onderdeel van het Hanzestedenpad. Tijdens onze wandeling volgen we dan ook weer de rood met geel gemarkeerde bordjes.
Inhoud
Moderne kunst in een fantasieloze wijk
In die eerste kilometer van onze wandeling verbaast Milton zich over de hoeveelheid moderne kunst op straat. Bij het station staat een roestvrij stalen figuur van 20 meter hoog, gemaakt door de Amerikaanse kunstenaar Jason Myers. Het beeld heeft eerst op het festival Lowlands gestaan en is daarna verhuist naar Zwolle. Na nog geen 200 meter zien we een soort van alien aan de rand van een betonnen waterbak. Het houdt iets vast dat lijkt op een waterpistool.
We verbazen ons niet alleen over dit buitenaards wezen, we moeten vooral hard lachen om de Canadese gans die daar in het water dobbert. Al dobberend op het water blaft het als een hond. Hoorden we dat wel goed, we staan stil en luisteren nog even geconcentreerd. Ja, deze gans blaft écht als een hond. Een betere start van onze wandeling kunnen we ons niet wensen!
We gaan uiteindelijk onder het spoor door en lopen langs het spoor verder. We passeren Dinoland en daarna doorkruizen we het Spoolderbos en het Engelse Werk. Onderweg komen we vooral hardlopers en hondeneigenaren tegen met hun blije honden. Vlak voordat we bij de IJssel aankomen, gaan we weer onder het spoor door. We nemen de trap omhoog om dan aan de linkerkant van de spoorbrug uit te komen. Langs het spoor is een fietspad is aangelegd waar ook wij als wandelaars gebruik van mogen maken.
Over de spoorbrug
Op de brug zien we vooral fietsers, waaronder een vader met zijn zoon. Het jongetje van ongeveer 4 jaar zit achterop de fiets met zijn handen half omhoog. Vol spanning wacht hij op een trein die voorbij komt razen. Als er dan een trein voorbijgaat, juichen zowel de jongen als zijn vader heel hard.
Links van ons zien we de IJssel door het landschap meanderen. In de uiterwaarden zijn verschillende plassen en er is zelfs een pontje waarmee je kunt overvaren naar een soort van eiland in de IJssel. We staren een tijdje naar de vele zwaluwen die over het water scheren op zoek naar vliegen en andere insecten. Tussen hen door vliegt een stern, die in deze uiterwaarden graag haar nesten bouwt. Of hebben we een visdief gezien in plaats van een stern? Onze vogelkennis is op zijn best matig.
Bunker uit WOII
Al op de spoorbrug zien we aan de overkant een bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Het is één van de drie bunkers die nog bij Zwolle langs de IJssel staan. Ze werden in 1936 gebouwd als onderdeel van de IJssellinie en moesten Nederland beschermen tegen het dreigende gevaar van de Duitsers. Als we bij de bunker aankomen, proberen we een kijkje binnen te nemen maar de ingang is afgezet. Deze en de twee andere bunkers zijn nog in particulier bezit, maar wel aangewezen als rijksmonument.
Als we van de ophoging afstappen, worden we aangesproken door twee dames. Of we een foto van hen willen maken met de bloeiende boom op de achtergrond. Natuurlijk! Als tegendienst maken zij ook een foto van ons.
We praten nog even met elkaar. Zij logeren op vakantiepark Molecaten en maken een wandeling in de omgeving. Gisteren hebben ze het oranje klompenpad gelopen en vandaag doen ze de blauwe, een tocht van in totaal 11 kilometer. Hun enthousiasme en blijheid springt op ons over en we vergeten even de koude wind en grijze lucht. Nadat we afscheid hebben genomen, lopen Milton en ik blij en opgewekt verder.
Konijn of haas?
Als snel spot Milton naar zijn zeggen een tweetal hazen in het weiland. Ik zeg dat het vermoedelijk konijnen zijn en we belanden in een discussie over wat nu het verschil is tussen een haas en een konijn. We spreken af dat ik het thuis nog even uitzoek. Dat heb ik gedaan en ik kan melden dat we nog steeds niet weten of het nu een haas of een konijn was.
De oren van het diertje dat we zagen waren groot en hadden een zwarte rand. Dat duidt op een haas. Maar de kleur van de vacht leek meer op dat van een konijn. De ogen hebben we niet gezien, want daar zit ook een verschil in tussen een konijn en haas. Mijn vader wist te vertellen dat je hazen vaker in open velden ziet en konijnen liever in bossen wonen. De kans is dus groot dat we een haas hebben gezien.
Nog meer ontmoetingen
We lopen inmiddels langs de noordelijke randen van Hattem. Niks geen oude woningen, maar vinex-wijk met ook wel erg leuke woningen. Ze doen Amerikaans aan met hun houten veranda’s aan de voorkant.
Voor ons loopt een stel hand in hand. Hij draagt een lange beige regenjas en heeft zijn dunne haren rood geverfd met een soort van henna. Hierdoor is nog beter te zien dat hij boven op zijn hoofd toch écht kaal begint te worden. Zijn wandelpartner loopt met blote voeten in sandaaltjes vol met kralen. Ze draagt een roze legging en heeft een overduidelijk Duits accent.
Even later valt een muntstuk van 2 euro uit de jas van de man op de grond. Milton pakt het op en we roepen naar hen. Ze draaien zich om en de man voelt gelijk in zijn zakken. “O ja,” zegt de man, “Ik heb een gat in mijn jaszak.” Ik hoor de vele muntstukken rinkelen in zijn jaszak. Ze nemen het euromuntstuk terug en wandelen gemoedelijk verder, hand in hand.
In de sloot vlak naast ons zien we plotseling een kano. Een vader is met zijn zoon op avontuur. Met z’n tweetjes varen ze door de sloot. De jongen zit er wat verstilt en ongemakkelijk bij, terwijl de vader duidelijk in zijn element is. Een metalen bruggetje blokkeert alleen hun vaarroute. We wachten niet om te zien hoe ze gaan keren in die smalle sloot van nog geen 1,5 meter breed.
Vuursteenberg
We lopen verder en zien voor ons een lichte glooiing in het landschap. Het blijkt te gaan om de Vuursteenberg. De naam ‘berg’ is een ietwat overdreven term voor deze glooiing in het landschap. Het dennenbos bovenop deze glooiing nodigt ons wel uit om op een bankje plaats te nemen.
Hier halen we onze broodzakken tevoorschijn met belegde broodjes zalm en varkensrollade. Ik drink wat van mijn hete thee uit de thermosfles en Milton drinkt van zijn water en neemt een slok van mijn thee. Terwijl we onze lunch gebruiken zien we verschillende gezinnen voorbij wandelen. We zijn nieuwsgierig naar het bos, maar onze route gaat niet die kant uit. In plaats daarvan vervolgen we de Vuursteenbergweg richting het zuiden.
Aan de rechterkant staan een paar grote villa’s uit de beginjaren van de 20ste eeuw. Ik vermoed dat één ervan is ontworpen door architect Eduard Cuypers of één van zijn familieleden. De woning heeft veel elementen die ik ook terugzie in het door hem ontworpen Station Dalfsen en Huize Vilsteren. In ieder geval hebben deze woningen wel een mooi uitzicht over het landschap onder hen.
Landgoed Molecaten
Even verder wandelen landgoed Molecaten op. Dit landgoed blijkt in het bezit te zijn van verzekeraar AMEV. Ik vraag mij af waarom een verzekeringsmaatschappij een landgoed koopt. Het oorspronkelijke landhuis wordt nu verhuurd aan particulieren. Misschien wel aan de personen die in een Porsche en oude MG over de oprijlaan komen aanrijden en ons passeren.
Voordat AMEV het landgoed verwierf in 1989, woonde de familie Heeckeren van Molecaten er. De eigenaar was secretaris voor koningin Juliana en zijn vrouw de gouvernante van de twee jongste prinsesjes Margriet en Christina. Later leer ik dat het echtpaar ook in nauw contact stonden met Greet Hofmans, die op hun landgoed woonde.
Papiermolen
Op landgoed Molecaten staat nog een watermolen. De huidige molen is in 1857 gebouwd als graanmolen, maar daarvoor stond er een papiermolen. Jazeker, hier werd papier geproduceerd! Nu zijn de waterstanden te laag voor de molen om nog te kunnen werken, maar vroeger gaven de bronbeken voldoende water voor wel drie watermolens!
Vlak naast de molen is een herberg waar je kunt genieten van een hapje en drankje, binnen of buiten op het terras. We laten het terras links liggen en wandelen door richting het oude centrum van Hattem.
Om daar te komen moeten we nog wel even langs een paar prachtige art deco villa’s, die zich net aan de rand van het landgoed bevinden.
Hattem
Hattem weten we nu, is geen kleine plaats. Het telt ruim 12.000 inwoners. In de 16de eeuw was het aantal inwoners een stuk minder. Hoe klein Hattem vroeger was, wordt duidelijk als we het oude centrum van Hattem binnenwandelen. We zien dan ook dat Hattem écht een toeristisch stadje is geworden met 3 musea, grote parkeerplaatsen net buiten de stadsmuur en met verschillende restaurants. In ieder geval meer dan je zou verwachten van een voormalige Hanzestad.
De route leidt ons eerst om de oude stadsmuur naar een bijzonder beeldengroep. Het is het kikkerorkest ter ere van het honderdjarig bestaan van de lokale muziekvereniging. Gelijk komt het liedje ‘we all stand together’ van Paul MCCarthy bij mij naar boven. Ik begin spontaan ‘pom, pom pom, pom, pom pom’ te hummen.
Oude stadscentrum
Als we de poort binnengaan, kunnen we rechtsaf omhoog en bovenop een restant van de stadsmuur wandelen. De vele planten beginnen net te bloeien. We lopen daarna door de Adelaarshoek naar de Markt, het centrale plein van het oude Hattem.
In sommige plaatsen voel je gelijk dat je op een bijzondere plek bent. Hattem is voor mij zo’n plaats. Het is knus en nog net niet té toeristisch. In het centrum zijn vele kleine lokale winkels te vinden en tegelijkertijd voelt het aan als een kunstenaarsdorp. Geen wonder dat de schilder Voerman zich hier vestigde en er een museum over hem is.
Ondanks dat hier het Anton Pieck Museum staat, had Anton Pieck zelf geen enkele connectie met Hattem. Toen het museum werd opgezet, leefde hij nog en wilde hij niet dat het museum in zijn woonplaats Overveen terecht kwam. Hij voelde er niets voor om een toeristische attractie te worden.
Stadsboerderijen
In enkele etalages zien we foto’s van de voormalige stadsboerderijen in Hattem. Het waren er veel en ze bleven tot na de Tweede Wereldoorlog in gebruik. In de Ridderstraat kun je daar nog bewijzen van zien als je kijkt naar de brede deuren. In een vitrine zien we zwart-wit foto’s van koeien die in het voorjaar uit de stallen werden gehaald en door het dorp naar de gemeenschappelijke weidegronden werden gebracht. Een hele happening!
Tijdens ons bezoek zijn de musea en de meeste cafés en restaurants nog gesloten. Milton en ik nemen ons voor om later nog een keer terug te keren naar Hattem voor een nadere inspectie van dit bijzondere stadje.
Ter voorbereiding op dat bezoek, neem ik alvast een toeristisch magazine mee die ik in De Ridderhof zie liggen. Milton bestelt hier een koffie en we delen een lekkere warme wafel met slagroom voordat we verder gaan met ons rondje Zwolle-Hattem.
Veerpontje Hattem
Na deze lekkernij beginnen we aan het laatste deel van onze wandeling. We laten Hanzestad Hattem achter ons en lopen de uiterwaard in op weg naar het veerpontje dat ons naar de overkant van de IJssel brengt.
Bij de aanlegplaats worden we begroet door een vrolijke schipper die ons op verwelkomt op zijn veerpont.
Op het pontje raken we in gesprek met een fit grijsharig stel dat een rondrit in de omgeving maakt op een OV-fiets. Ze prijzen de kwaliteit van de OV-fiets als vervoersmiddel, en het gemak om op die manier op ontdekkingstocht te gaan in Nederland. Ik geef ze groot gelijk. Inmiddels gebruik ik de OV-fiets ook regelmatig als ik een zakelijke afspraak heb in een andere stad. Voor slechts 4 euro kun je de hele dag lekker fietsen.
Zwolse kant van de IJssel
Als we aankomen aan de overkant stappen zij op hun fiets. We wensen elkaar nog een fijne dag en gaan ieder onze eigen weg. Milton en ik zijn nu weer terug aan de Zwolse kant van de IJssel.
Aan de rand van de Schellerwade, een meertje in de uiterwaard van de IJssel, zien we een vrouw op een klein campingstoeltje zitten. Haar dochter speelt met de hond. Hun fietsen met bagage en de hondenkar staan rustig te wachten totdat ze weer verder gaan.
Over de dijk langs de IJssel
Ondertussen begin ik al lekker moe te worden. We lopen over de dijk langs de IJssel richting de spoorbrug die we aan het begin van onze wandeling waren overgestoken. Het landschap voor en naast mij is leeg. Behalve wandelaars en fietsers die ons tegemoet komen, is er weinig te zien. Ik meld aan Milton dat ik dit stukje saai vind. Hij is het niet met mij eens. “Ik zie heel veel verschillende bloemen in de weilanden, daar is een koe die lekker ligt te zonnen en heb je weleens goed gekeken naar de gezichten van de wandelaars en fietsers die we tegenkomen?” Hij is duidelijk van de details, terwijl ik meer van het overzicht en de grote lijnen ben. Ik probeer wat meer met zijn ogen naar de omgeving te kijken, dat lukt me aardig.
Een verrassing in de sloot
Als we weer landinwaarts gaan en langs de spoorlijn naar het Zwolse treinstation lopen, vind ik de weg nog saaier worden. We wandelen naast een kaarsrecht fietspad dat perfect geasfalteerd is. Er ligt een smalle ondiepe sloot langs het fietspad. “Kijk daar zijn vissen,” roept Milton. En zowaar in het ondiepe slootje met misschien 50 centimeter water, zien we een vis met een langwerpige snuit. Weer schiet onze biologische kennis te kort. Ik probeer nog een foto te maken van de vis, maar mijn telefoon pakt niet het kleine verschil in kleur. Ik kijk nog één keer goed naar de vis en thuis ga ik op zoek. Het blijkt een snoek te zijn geweest. Weer wat geleerd!
Eindpunt bereikt
Om 15.00 komen we aan op het station van Zwolle. We zijn 5 uur onderweg geweest en hebben 19.4 kilometer afgelegd. Het is een mooie verkenningstocht geweest. Op onze lijst van toekomstige avonturen hebben we een tweede bezoek aan Hattem kunnen toevoegen, maar ook willen we de bossen op de Vuursteenberg verder verkennen en nog een keer landgoed Molecaten bezoeken. Hattem en omgeving is nog niet van ons af.
B
Hattem is geen dorp maar een stad!
heleenwesterman
Dat is helemaal correct en inmiddels aangepast 🙂