Reisinspiratie voor luxe budgetreizigers

Overijssel, Wandelen

Wandelverslag Hanzestedenpad Hasselt-Zwolle

De dag begint grijs en koud. Ik doe de rits van mijn fleece dicht. Ik zorg ervoor dat mijn sjaal lekker strak om mijn hals zit en trek mijn zwarte handschoenen aan. Het is 11.00 als ik uit de bus stap en aankom in Hasselt. Voordat ik van start ga met mijn eerste etappe van het Hanzestedenpad, wandel ik een rondje door het dorp.

Hasselt

De Herengracht met haar kleine ophaalbruggen vormt het bewijs dat Hasselt ooit een levendige handelsstad was. Even verderop loop ik langs twee oude kalkovens. Deze werden vanaf 1504 gebruikt voor het maken van schelpkalk. Schippers brachten vanuit de Noord- en Waddenzee hele ladingen schelpen naar Hasselt. Vanuit het achterland werd turf naar het dorp gebracht, zodat de kalkovens verhit konden worden om de schelpen te smelten bij temperaturen van 1000 graden Celsius. De schelpkalk die daaruit kwam, werd gebruikt voor het maken van metselspecie en was daarmee de voorloper van beton.

Nu staan de twee ovens er verlaten en eenzaam bij zo midden tussen de moderne woningen. In het museum op het terrein wordt verteld over de historie van deze industrie die aan het einde van de 19de in verval raakte.

In Hasselt bleven de kalkovens echter nog tot in de jaren ’90 in gebruik. Zij leverden nog lang schelpkalk aan restaurateurs van oude gebouwen.

Oude stadsmuur en kade

Ik loop via het Van Stolkpark weer richting de rivier Zwarte Water. Het Van Stolkpark is in de 19de eeuw aangelegd op de oude stadswallen van Hasselt. Dit werd uiteraard in de Engelse stijl gedaan zoals het in die tijd gangbaar was. De meanderende wandelpaden leiden je langs verschillende soorten bomen, open terreinen en een muziekkapel. Een klein stukje natuur middenin Hasselt.

Langs de kade liggen verschillende zeilboten en aan de andere kant zijn nog restanten van een stadsmuur te zien. Via het vispoortje loop ik weer richting de oude binnenstad om door één van de smalle straten naar de drukke autoweg te gaan. Deze weg loopt van Hasselt via Dedemsvaart naar Coevorden.

Bij de N377 aangekomen, steek ik de brug over naar de andere kant van het Zwarte Water. Terwijl ik de brug oversteek razen de vrachtwagens aan mij voorbij. Ook trekkers tuffen langs en een tweetal jonge jongens op de fiets laten me even meegenieten van typische Nederlandse muziek, welke uit hun speaker komt. Ze zijn vast onderweg naar hun school in Genemuiden of Zwolle.

Startpunt Hanzestedenpad

Als ik de brug over ben, sla ik linksaf. Mijn eerste etappe van het Hanzestedenpad begint nu écht. Het is geen spectaculaire start met mooie uitzichten en natuur. De eerste paar kilometers loop ik door het industrieterrein van Hasselt. Hier geen kalkovens, maar wel een zeilmakerij en een betimmeringsbedrijf voor jachten.

Familiebedrijf Schragen, werkzaam in de bouw en infrastructuur, heeft er een groot bedrijfsterrein en als markering hebben ze pal aan de weg een oude F104-bommenwerper geplaatst met daarachter twee oude stoomlocomotieven.

Even verderop loop ik langs een containerterminal die tegenover een vestiging van Scania is gevestigd. In de buurt zijn ook twee bedrijven gevestigd die pallets fabriceren. Eenmaal thuisgekomen leer ik dat Scania vanaf hier haar trucks in bouwpakketten verstuurt naar landen met hoge importheffingen. Een lokaal transportbedrijf die dezelfde achternaam draagt als ik, beheert de terminal. De provincie heeft destijds bijgedragen met het aanleggen van een nieuwe weg tussen Zwolle, waar de fabriek van Scania staat, en Hasselt. Wie denkt dat er in het oosten van Nederland niets gebeurt, komt bedrogen uit!

Dijk langs het Zwarte Water

Ik laat het industrieterrein achter mij en voor mij strekt de open ruimte uit. Ik loop nu over de dijk richting Zwolle. Onderweg passeer ik verschillende boerderijen en zie ik hoe sommige (voormalige) boeren zich hebben ontwikkeld tot vastgoedeigenaar.

Vooral in Overijssel en Gelderland kunnen boeren hun oude schuren slopen en lde vrijgekomen ruimte gebruiken voor het bouwen van een woning. De beide provincies en de verschillende gemeenten willen hiermee voorkomen dat er leegstand van agrarische bebouwing ontstaat op het platteland. De regeling is niet gemakkelijk uit te leggen, maar ik zie her en der nu wel kleine woningbouwprojecten ontstaan waar 3 tot 5 woningen worden gebouwd naast de (voormalige) boerderij.

Ik wandel verder op de Zwolsedijk. Voor mij loopt een andere wandelaar die even later plaatsneemt aan een picknicktafel voor een boerderij. De hond van die boerderij is er als de kippen bij, hopend op wat lekkers. “Ook aan de wandel,” vraagt de wandelaar terwijl hij zijn pas gekochte saucijzenbroodje en kaasbroodje op de tafel legt. Zijn thermosfles met vermoedelijk koffie staat al klaar om geopend te worden. “Ja, het is fris maar wel lekker weer,” antwoord ik. Nadat ik de hond even een aai over zijn kop heb gegeven, loop ik weer verder. Ik heb geen zin in een praatje en wil ook niet samen met iemand verder wandelen.

Overijssels Vecht

Ik ben aangekomen op het punt waar de Vecht eindigt in het Zwarte Water. Deze oude vaarverbinding met Westfalen in Duitsland wordt nu alleen nog bevaren door kleine plezierjachten. Het heeft haar functie als vervoersader al enige tijd verloren. Het Zwarte Water niet.

Even later vaart een grote binnenvaartschip mij langzaam voorbij. Een stukje moderniteit in een oud landschap van drassige weilanden omringd door geknotte wilgen. Het schip past niet in dit landschap. Het is té groot en té modern.

Stadshagen

In de verte zie ik nu de contouren verschijnen van de Zwolse wijk Stadshagen. Zwolle’s meest recente stadsuitbreiding. Met haar ruim 26.000 bewoners is het een stad binnen een stad geworden. In 1995 werd hier de eerste paal in de grond geslagen en als ik langs de Millingerplas loop, zie ik dat de wijk nog steeds wordt uitgebreid. Ik passeer een oudere vrouw met haar kleindochter en hoor de vrouw zeggen: “Daar was vroeger een mooi bos, maar ze gaan daar nu duinwoningen bouwen. Alle natuur verdwijnt hier.”

Alhoewel ik in Zwolle ben aangekomen, ben ik nog niet halverwege mijn 20 kilometerlange wandeling van die dag. Vanaf de Millingerplas is het maar 5 kilometer naar de Peperbus in het centrum van de Zwolse binnenstad, maar het Hanzestedenpad leidt mij eerst richting de IJssel.

Om daar te komen, moet ik eerst nog een stukje door Stadshagen wandelen. Ik kijk mijn ogen uit. Wat ik zie, is een ruim opgezette wijk met uitstekende voorzieningen. Het heeft zelfs een eigen winkelcentrum en een fietssnelweg. Het is er overdag wel té stil voor mij. De kinderen zijn op school en hun ouders naar het werk. Terwijl ik midden op de dag door deze stadwijk wandel, kom ik nauwelijks mensen tegen.

Westenholte

Nadat ik onder het spoor ben doorgegaan, kom ik aan in de wijk Westenholte. Even loop ik naar het noorden over de Zalkerdijk om daarna linksaf te slaan en via een voetpad langs de randen van de wijk te wandelen. Een aangelegd riviertje geeft de grens aan tussen bewoning en de weilanden.

Elke keer verwonder ik mij erover dat stad en platteland zo dicht naast elkaar liggen. Zo loop je in een gewone straat en zo loop je over een landweg tussen de weilanden door.

Zwolle-IJsselkanaal

Ik kom aan bij het Zwolle-IJsselkanaal. In een kaarsrechte lijn verbindt dit kanaal de rivier Zwarte Water met de IJssel. Het heeft een lengte van 2.7 kilometer en werd in 1964 geopend met als doel om de bedrijven op het industrieterrein een snelle toegang te geven tot de IJssel. Hierdoor kan men per boot via de Rijn naar Rotterdam en Duitsland varen.

Als ik aankom bij de sluis, vaart er net een boot het kanaal op. De boten doen de stad Zwolle zelf niet aan. Hun eindbestemming is het industrieterrein gelegen aan het kanaal of ze varen door naar Hasselt, Genemuiden en andere plaatsen aan het IJsselmeer.

Het Zwolle-IJsselkanaal is de vervanger van de Willemsvaart, die iets verderop ligt. Deze vaart verbond de stad Zwolle in eerste instantie met de IJssel. Veel mensen denken dat Zwolle aan de IJssel ligt, maar dat is niet het geval. Zwolle heeft een directe verbinding met het Zwarte Water. De handel die ze dreef, verliep via het Zwarte Water richting de Zuiderzee en verder naar Noord-Europese landen. Ook werd vanaf het Zwarte Water over de Overijsselse Vecht naar Duitsland gevaren.

Willemsvaart

Kampen en Deventer hebben de wens van het stadsbestuur Zwolle om een kanaal naar de IJssel aan te leggen lang tegengehouden. Ze wilden er niet nog een concurrent bij. Pas in 1815 kreeg Zwolle van koning Willem I toestemming om de Willemsvaart aan te leggen.

Deze oude vaart met haar sluizen kom ik even later tegen. Het is hier heerlijk toeven langs het water. In de zomer springen durfals van de ophaalbrug, tegelijkertijd wordt er aan de oevers gehengeld en op de bankjes nemen wandelaars en fietsers plaats om even uit te rusten en te genieten van de zon.

Spoolde

De wijk Spoolde, die tussen beide kanalen inligt, vind ik een superspannende buurt. Het is een buurt waar industrie, natuur, vervoer en wonen bij elkaar komen en een modes hebben gevonden om prettig met elkaar samen te wonen.

Nadat ik de Willemsvaart ben overgestoken kom ik uit op de Katerveer waar vroeger een pontje naar de overkant van de IJssel vaarde. Nu is er de IJsselbrug, welke in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke verbinding vormde voor de vele stedelingen die vanuit het westen richting Zwolle kwamen, op zoek naar eten.

Als ik het informatiebord daarover lees, vind ik plotseling dat ik niet mag klagen over de vermoeide voeten die ik heb gekregen van mijn wandeling. Ook kon ik onderweg een aantal keren stoppen om wat te drinken en te eten op een bankje, terwijl deze mensen honderden kilometers aflegden zonder eten. En met een beetje pech moesten ze het eten dat ze hadden gekregen van de lokale boeren hier weer afstaan aan de Duitsers als ze de brug overstaken om terug te keren naar de Randstad.

Engelse Werk

Zwolle kent een aantal parken, maar het Engelse Werk is wel één van de mooiste. Dit park dat in de Engelse stijl is aangelegd, staat vol grote bomen. Verschillende kreken en watergangen zorgen ervoor dat je al snel je gevoel voor richting kwijtraakt. Ik raakte ook even de weg kwijt, omdat ik de inmiddels voor mij bekende geelrode bordjes niet meer zag. Ik wist dat ik langs de spoorlijn moest blijven lopen, dus dat heb ik dan ook gedaan en bij de volgende kruising zag ik gelukkig al weer de markering van het Hanzestedenpad.

Inspiratieloze Zwolse wijk

Als ik het Engelse Werk verlaat, kom ik in het Spoolderbos terecht en daarna loop ik langs Dinoland naar de fietstunnel waarmee ik onder het spoor doorga. Als ik weer boven de grond kom, zie ik aan de linkerkant een groep containers die in gebruik zijn als woning.

Woongroep Het Kattegat is een woongroep van vooral jonge mensen die op een alternatieve manier willen leven. De containers zijn met graffiti bespoten, er staat een roseblauwe olifant van hout in de tuin en ook heeft de tuin een broeikas gemaakt van oude ramen. Een bonte verzameling van kleuren en vormen die kleur geven aan de nogal eentonige en saaie wijk die ernaast ligt.

Het laatste stukje van mijn wandeling gaat namelijk door een wijk dat volstaat met vierkante dozen. Naast enkele appartementsgebouwen, kom ik ook een mbo-school tegen. Ik zie het districtskantoor van de politie, een kantoor van KPMG en het stadskantoor van de gemeente Zwolle. De locatie is gunstig, zo dicht achter het treinstation, maar inspirerend lijkt het mij niet om hier te wonen of te werken.

Eindbestemming bereikt

Na ruim 4.5 uur wandelen kom ik aan op mijn eindbestemming, het treinstation van Zwolle. Ik heb in totaal 20 kilometer gewandeld en ik ben moe. Niet alleen van het lopen, maar ook van de vele indrukken die ik heb opgedaan. De route gaat misschien niet door de mooiste natuurgebieden, maar wel door een heel divers landschap van wonen en werken in de kop van Overijssel.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »
error: Content is protected !!