Nieuw-Zeeland is het ideale land om met een kleine of grote camper rond te rijden. Er is geen reden om geen auto te rijden in Nieuw-Zeeland. Toch kwam ik mensen tegen die opzagen tegen het links rijden, en het rijden in de bergen. Vooral als ze in Auckland aankwamen, werden ze ontmoedigd door de drukte van het verkeer en de onoverzichtelijke kruisingen en wegen.
Ikzelf heb met veel plezier rondgereden in Nieuw-Zeeland. Via rent-a-dent kon ik goedkoop een auto met inderdaad een deuk huren. Het was een kleine Nissan March (ofwel Micra). In de bergen miste ze soms wel wat vermogen, maar verder een prima auto om in rond te rijden. Onderweg heb ik één keer pech gehad, maar de monteur van de dichtstbijzijnde vestiging was er in no-time.
De meeste auto’s die worden verhuurd zijn automaten. Hierdoor hoef je dus niet te schakelen, en kun je beter op het verkeer letten. Het is wel even wennen dat de richtingaanwijzer aan de andere kant zit, maar als je bewust rijdt, dan gaat dat ook goed. Bij het links rijden heb ik vooral bij wat grotere kruisingen soms moeite om links aan te houden. Ik ga dan automatisch naar rechts. Ik heb voor mijzelf het trucje dat ik bij elke kruising hardop ‘links’ of ‘linkerkant’ zeg. Zeker op rustige kruisingen is dat erg handig. Als het druk is, rijd je gewoon achter de andere auto’s aan.
Als je nog twijfelt of je zelf wilt rijden in Nieuw-Zeeland, dan kun je je op verschillende manieren voorbereiden. Er is een speciale website met allerlei informatie over autorijden in Nieuw-Zeeland. En als je meer geïnteresseerd bent in de officiële regels, kun je de website van de Nieuw-Zeeland Transport Agency bezoeken.
Voor de mensen die gaan rijden in Nieuw-Zeeland, heb ik hier nog een vijftal tips.
De eerste tip heeft te maken met het inschatten van de reistijd. Nieuw-Zeeland kent nauwelijks tweebaanswegen. Daarnaast is het land erg heuvelachtig. Een autorit naar een dorp dat 100 kilometer verderop ligt, lijkt misschien niet ver, maar zal daardoor al gauw twee uur duren. Ik controleerde dan ook altijd vooraf via Google Maps de geschatte tijd voor mijn route.
De tweede tip is specifiek voor in de bergen of als je over smalle wegen rijdt. Als er iemand achterop komt, geef die persoon dan de ruimte door even een inham in te gaan of zo strak mogelijk aan de linkerkant te rijden. Het is me opgevallen dat Nieuw-Zeelanders zich niet opdringen door heel dicht op je te rijden, maar zodra je hen ruimte geeft om in te halen, halen ze je wel in. Wees galant en laat degene die achter je rijdt, voor.
De derde tip geldt specifiek voor Auckland. Daar zijn wel meerbaanse snelwegen. Nieuw-Zeelanders halen zowel rechts als links in op deze wegen. En men lijkt zich niet te irriteren aan een autorijder die vooral rechts blijft rijden. De meest linkse baan wordt vaak vrij gehouden voor degene die willen afslaan of de snelweg komen oprijden. Dat doen ze zelfs in filetijd.
De vierde tip is vooral geldig gedurende het winterseizoen. Wegen kunnen dan afgesloten zijn wegens sneeuwval of gladheid. Rijd nooit door als er staat dat de weg is afgesloten, ook al zie je anderen wel doorrijden. Via de website van de lokale ANWB, kun je snel zien of er een wegafsluiting in jouw gebied is.
De vijfde tip is vooral te genieten onderweg van alle mooie uitzichten en niet te aarzelen om even een picknick plaats op te rijden of stil te staan aan de kant van de weg.
Rijden in Nieuw-Zeeland is écht de helft van je vakantiepret. Regelmatig heb ik in de auto hardop mijn vreugdekreten geuit over het mooie uitzicht. Aarzel dus niet en huur een auto of camper om op die manier Nieuw-Zeeland te verkennen.
Geef een reactie