Reisinspiratie voor luxe budgetreizigers

Brussel

Brussel, een beetje vreemd maar èrg leuk

Brussel is de meest ondefinieerbare stad waar ik ben geweest en dat zo dichtbij Nederland. Het is onmogelijk om haar kort en bondig te beschrijven.

Behalve dat ze de hoofdstad van België is, bevindt zich hier ook het Europese Parlement en is de stad officieel tweetalig. De meeste toeristen komen echter voor de Grote Markt, Manneke Pis en het Atomium.

Zowel Manneke Pis als Atomium vind ik ietwat ludieke bezienswaardigheden. De één is een heel klein beeld van een plassend mannetje, de ander een structuur van bollen dat is blijven staan na de wereldtentoonstelling in 1958.

Toeristen komen er echter massaal op af. Nadat ze 5 minuten hebben gekeken naar het plassende Manneke Pis, vullen zij hun buik met Brusselse wafels en Belgische chocolade, denkend dat ze hiermee een echte Brusselse ervaring hebben opgedaan.

Maar Brussel is veel meer dan dat!

In de rij staan de toeristen om naar binnen te mogen in het Atomium

Multicultureel Brussel

Ik wandel vanaf station Luxemburg, waar het Europees Parlement is gevestigd, naar de wijk St. Gilles. Ik ben onderweg naar het befaamde Horta Museum. Na de ‘Europese’ wijk kom ik terecht in een wijk dat vooral door Afrikanen wordt bewoond. Niet alleen zie ik ze op straat, maar ik kom ook heel veel Congolese en Senegalese restaurants tegen. Ook een enkele Ethiopiër heeft zich ertussen genesteld. Lissabon claimt de Afrikaanse hoofdstad van Europa te zijn, maar ik vraag mij af of dat inmiddels niet Brussel is geworden.

Even verder passeer ik een Taiwanese lunchplek waar iemand mooie Bento boxen maakt met typische Taiwanese gerechten, zoals ik ze ook zelf destijds heb gekocht in Tapei.

Later tref ik in andere delen van de stad juist weer veel Libanese restaurants aan en ook een enkele Iraniër. Brussel heeft een bijzonder diverse mix van bewoners, en de stad draagt dat ook graag uit.

Stad van het stripverhaal

Brussel, maar eigenlijk geheel België, maakt gretig gebruik van de vele bekende stripfiguren die het land heeft voortgebracht.

Niet alleen vind je in Brussel een groots stripmuseum gevestigd in een zeer bijzonder art nouveau gebouw, maar ook vele muren en wanden zijn beschilderd met de meest bekende stripfiguren.

Waar de tekenaars hun inspiratie vandaan hebben gehaald, wordt mij al snel duidelijk als ik me tussen de Belgen begeef.

Zo zie ik in de trein van Linkebeek naar Brussel een klein iel mannetje door het gangpad lopen. Hij heeft een warrig bos haar op zijn hoofd en een spits gezicht. Ik begin al in mezelf te glimlachen. Het uniform van deze Belgische treinconducteur is daarbij ook nog ietwat te wijd voor zijn smalle lichaam, waardoor het om hem heen fladdert. Ik kan mijn glimlach nauwelijks inhouden als ik opmerk dat schuin over zijn schouder een tasje hangt met daaraan het ronde hoofddeksel, dat ik zo goed ken van de stripverhalen.

Ik heb het idee dat deze conducteur zo uit een strip is gewandeld.

Enorme wandbekleding op Bussel Midi treinstation

Brusselse gezelligheid

In het algemeen valt mij op dat veel witte Brusselaars zich weinig lijken aan te trekken van de laatste mode, zeker de ouderen. Vaak lopen zij er ietwat shabby bij en zitten zij graag met een biertje in hun oude vertrouwde buurtcafé vol met memorabilia uit het verleden. Althans zo lijkt het.

Hierdoor vind ik Brussel toch wel erg leuk, want in de namiddag stromen de cafés en terrasjes vol met mensen die na hun werk of aan het einde van een dag struinen door de stad een biertje pakken. Ook overdag, zelfs voor 12.00, zie ik menig Belg al van zijn tapje nippen. Zoals voor mij een kopje thee voor gezelligheid staat, zo is dat het biertje voor de Brusselaar lijkt het wel.

Misschien is het die behoefte aan gezelligheid, het samen zijn, waardoor ik hier nauwelijks strak ingerichte interieurs tegenkom in cafés. Liever lijken de Belgen hun ruimtes te vullen met vitrinekasten met daarin allerlei prullaria uit vervlogen tijden. Dat maakt zo’n café gezellig, maar creëert ook één grote stofbende. Voor mensen met een stofallergie moeten de Brusselse restaurants, cafés, hotels en huizen een crime zijn.

Op de vlooienmarkt van Marolles kun je trouwens al deze prullaria voor een prikkie kopen. Sommige kooplieden pakken de dozen, die waarschijnlijk uit een inboedel komen, niet eens uit. Je mag lekker zelf door de dozen gaan rommelen op zoek naar dat ene leuke item.

Vlooienmarkt Marolles is een échte vlooienmarkt!

Niets is wat het moet zijn

Had ik al vermeld dat men in Brussel formeel tweetalig is? Nou, dat is niet helemaal waar. Frans is absoluut de hoofdtaal in deze stad. Soms probeer ik het in het Nederlands, maar ik heb meer succes met mijn Engels dan met mijn Nederlands om iets gedaan te krijgen van een ober of winkelbediende.

Gelukkig spreek ik wel twee woordjes Frans, maar men veronderstelt dan ook al gauw dat ik de taal vloeiend spreek en dan raak ik weer helemaal verloren. Brussel, Brussel, Brussel.

Niets is wat het moet zijn in België. Misschien heeft dat Magritte wel geïnspireerd tot zijn kunstwerken, welke in het Magritte museum van Brussel te zien zijn.

In het BELvue Museum aan het Paleizenplein leer ik veel over de complexiteit van België qua bestuur en taal. Het laat ook zien wat men in België wel met elkaar gemeen heeft en dat is solidariteit. Ook maakt de Belg graag plezier en geniet hij van het goede des levens. Wie het museum bezoek krijgt een goede indruk van het België van toen en van vandaag.

Dwalen door Brussel

De beste manier om de diversiteit van Brussel te ervaren is door te gaan wandelen en de gebaande (toeristische) paden te verlaten. Zowel de grote variëteit in architectuur als qua mensen zal je opvallen.

Een voorbeeld daarvan is de omgeving van ‘Palais de Justice’. Het hoofdgebouw zelf is verlaten vanwege een enorme renovatie. Op de stoep van een modern gebouw vlak bij, waarin het ministerie van interne veiligheid is gevestigd, hebben zwervers met behulp van dozen hun eigen huisje gebouwd. En terwijl ik door de regen langs hen loop, liggen zij daar lekker droog op hun telefoon spelletjes te spelen. Nog geen 100 meter verder sta ik voor de etalage van Louis Vuiton en loop ik door één van de duurste winkelstraten in Brussel.

Brussel, een beetje vreemd, maar wel érg leuk.

Gelukkig is Brussel niet de enige stad die mij heeft verrast. Hieronder nog enkele andere voorbeelden:

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Translate »
error: Content is protected !!